16. Handelsdebiteuren en overige vorderingen

De handelsdebiteuren en overige vorderingen bestaan uit:

2024

2023

Handelsdebiteuren

329.862

335.439

Vorderingen op nabetalingen

1.157

2.072

Voorfinanciering onroerend goed

30.693

22.918

Overlopende activa

35.316

48.608

397.028

409.037

In de post handelsdebiteuren is een voorziening wegens oninbaarheid opgenomen van € 9.491 (2023: € 8.790). Het grootste gedeelte van de daling in de handelsdebiteuren wordt veroorzaakt door een afname van de netto-omzet. 

Ultimo 2024 zijn onder de handelsdebiteuren vorderingen op verbonden partijen opgenomen van € 37 (2023: € 97), hiervoor is geen voorziening wegens oninbaarheid opgenomen (conform 2023).

De vorderingen op nabetalingen betreffen vorderingen op ondernemers inzake nabetalingsregelingen die het komende jaar worden ontvangen. Voor de jaren daarna kan geen betrouwbare inschatting worden gemaakt van de ontvangsten en is uit dien hoofde geen vordering opgenomen (zie noot 24).

De voorfinanciering voor onroerend goed heeft betrekking op onroerend goed dat per jaareinde in ontwikkeling is en wordt afgewikkeld bij afronding van het project.

De overlopende activa betreffen onder andere vooruitbetaalde kosten, vorderingen op personeel, overige vorderingen en overlopende activa. De afname ten opzichte van voorgaand jaar ziet onder andere toe op huurbetalingen die zijn gedaan in 2023 voorafgaand aan de gebruiksperiode van het nieuwe distributiecentrum in Nieuwegein. Het distributiecentrum is in 2024 in gebruik genomen. Daarnaast wordt de afname veroorzaakt door de afname in marketingactiviteiten en het tijdstip van afwikkeling van lopende campagnes. 

Waarderingsgrondslagen

De handelsdebiteuren en overige vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde. Deze kortlopende vorderingen worden vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Dit is meestal gelijk aan de nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte waardeverminderingen voor het risico van oninbaarheid zoals toegelicht in noot 25.