7. (Terugname) bijzondere waardeverminderingen
De bijzondere waardeverminderingen inclusief terugnames bestaan uit:
De bijzondere waardeverminderingen gedurende het boekjaar kunnen als volgt worden toegelicht:
Goodwill en merknamen
In 2023 is een bijzondere waardevermindering verantwoord van € 14.500 met betrekking tot de merknaam La Place. Het eigen Jumbo huismerk is een belangrijk onderdeel van de in 2023 uitgewerkte strategie om Jumbo terug te laten keren naar ‘Jumbo zoals Jumbo bedoeld is’. Wij hebben het strategisch belang van La Place heroverwogen en daarmee komt La Place meer op afstand te staan. Als gevolg hiervan is de realiseerbare waarde van de merknaam lager dan de huidige boekwaarde en is een bijzondere waardevermindering verantwoord. De resterende boekwaarde van de merknaam La Place bedraagt ultimo 2023 € 17.559 en is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid La Place.
Overige immateriële vaste activa
De bijzondere waardeverminderingen hebben voornamelijk betrekking op vestigingspunten en zelfontwikkelde software. Er hebben in 2023 geen terugnames van bijzondere waardeverminderingen plaatsgevonden (2022: € 1.364).
Materiële vaste activa
De bijzondere waardeverminderingen voor de materiële vaste activa hebben voornamelijk betrekking op bouwkundige voorzieningen en inventarissen. Er hebben in 2023 terugnames van bijzondere waardeverminderingen plaatsgevonden voor een bedrag van € 950 (2022: € 4).
Gebruiksrechten huurcontracten
In 2023 hebben er geen bijzondere waardeverminderingen op gebruiksrechten huurcontracten plaatsgevonden (2022: € 4.307). Daarnaast hebben in 2023 geen terugnames van bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de gebruiksrechten huurcontracten plaatsgevonden (2022: € 1.990).
Schattingen en oordelen
Goodwill wordt bij acquisities toegerekend aan (groepen van) kasstroomgenererende eenheden die voordeel behalen uit de overname. Jumbo heeft kasstroomgenererende eenheden gedefinieerd op het niveau van Jumbo Nederland, Jumbo België en La Place. Voor het exclusiviteitsrecht met betrekking tot de samenwerkingsovereenkomst met HEMA, dat is opgenomen onder overige immateriële vaste activa, geldt dat de kasstroomgenererende eenheid is bepaald op het niveau van Jumbo Supermarkten. Voor overige immateriële vaste activa, materiële vaste activa en gebruiksrechten huurcontracten die niet op individueel niveau beoordeeld kunnen worden, heeft Jumbo het gerelateerde vestigingspunt als kasstroomgenererende eenheid gedefinieerd.
De belangrijkste schattingen die worden gemaakt bij de bepaling van de realiseerbare waarde van een kasstroomgenererende eenheid hebben betrekking op de te hanteren geschatte kasstromen, omzet multiple, de disconteringsvoet, de resterende economische levensduur en het groeipercentage dat in de kasstroomprognoses wordt betrokken, de operationele kosten en de inschattingen van de te behalen toekomstige marges alsmede de restwaarde van de activa (indien van toepassing). De effecten van stijgende inflatie zijn meegenomen in de bepaling van de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheden. Tevens is als uitgangspunt de verdere groei van Jumbo België meegenomen met meerdere winkels per jaar en positieve kasstromen in de nabije toekomst.
Bij de bepaling van de omvang van een bijzondere waardevermindering worden ook de ontwikkelingen in het marktgebied behorende bij een vestigingspunt betrokken.
De geschatte toekomstige kasstromen, die gebruikt worden bij de berekening van de bedrijfswaarde, worden verdisconteerd op basis van de gewogen gemiddelde kostenvoet van het kapitaal van 6,0% (2022: 6,0%) na belastingen, wat overeenkomt met 8,9% (2022: 10,1%) voor belastingen voor Nederland en 6,5% (2022: 6,5%) na belastingen en 8,6% (2022: 10,0%) voor belastingen voor België. Het groeipercentage en de toegekende operationele kosten die worden gehanteerd in de toekomstige kasstromen zijn gerelateerd aan het strategisch plan van Jumbo en de toekomstige verwachtingen van de betreffende vestigingspunten. De te hanteren kasstroomhorizon is gelijk aan de gehanteerde amortisatieperiode op het vestigingspunt, tenzij bekend is dat het vestigingspunt in de nabije toekomst wordt verkocht of gaat sluiten. Bij de berekening van eventuele bijzondere waardeverminderingen wordt ten aanzien van de kasstromen rekening gehouden met vervangingsinvesteringen, werkkapitaalontwikkelingen en eventuele restwaarde van materiële vaste activa.
Voor de berekening van de bedrijfswaarde van de merknaam La Place zijn de geschatte toekomstige kasstromen en marges gebaseerd op de verwachte verkoop van La Place producten binnen Jumbo winkels en La Place franchisevestigingen. De gewogen gemiddelde kostenvoet van het kapitaal van de kasstroomgenererende eenheid La Place bedraagt 6,0% (2022: 6,0%) na belastingen, wat overeenkomt met 8,0% (2022: 8,0%) voor belastingen.
De waarderingsmodellen zijn consistent toegepast. Mogelijke aanpassingen in de uitgangspunten van de berekende realiseerbare waarde per jaareinde, zoals een toename van de disconteringsvoet in de eindwaardeberekening met 0,5%, een afname van de groeivoet met 0,5% of een daling van berekende omzet multiple van 1 leiden niet tot materiële andere bijzondere waardeverminderingen dan hiervoor vermeld. Bovendien is geconcludeerd dat er voldoende ruimte in de berekeningen zit, daarom is geen gedetailleerde gevoeligheidsanalyse opgenomen.
Grondslagen voor resultaatbepaling
Goodwill en merknamen worden jaarlijks onderworpen aan een zogenaamde impairmenttest, waarbij wordt berekend of er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de realiseerbare waarde van een vast actief lager is dan de boekwaarde. De realiseerbare waarde is de hoogste van de directe opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde, zijnde de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen die kunnen worden verkregen uit het gebruik van het vaste actief.
Voor de overige immateriële vaste activa, materiële vaste activa en gebruiksrechten huurcontracten wordt minimaal eenmaal per jaar beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een individueel vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde vastgesteld van het desbetreffende actief of de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
Als op grond van de impairmenttestberekeningen blijkt dat een bijzondere waardevermindering dient plaats te vinden, wordt deze eerst toegerekend aan de gepresenteerde goodwill en merknamen voor de betreffende kasstroomgenererende eenheid, alvorens toerekening van de bijzondere waardevermindering aan de overige vaste activa plaatsvindt.
Een bijzondere waardevermindering wordt in de winst- en verliesrekening verwerkt. In de verslagperioden volgend op een bijzondere waardevermindering wordt beoordeeld of er aanwijzingen bestaan dat een opgenomen bijzondere waardevermindering van een vast actief mogelijk moet worden teruggenomen. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, dan wordt de realiseerbare waarde van dat actief opnieuw berekend en wordt de boekwaarde verhoogd tot de realiseerbare waarde. De toename van de boekwaarde als gevolg van een terugname van een bijzondere waardevermindering beperkt zich tot het bedrag van de boekwaarde van het actief die zou gelden indien de oorspronkelijke bijzondere waardevermindering zich niet zou hebben voorgedaan. Terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen worden verwerkt in de winst- en verliesrekening. Met betrekking tot goodwill worden geen bijzondere waardeverminderingsverliezen teruggenomen.