16. Handelsdebiteuren en overige vorderingen
De handelsdebiteuren en overige vorderingen bestaan uit:
In de post handelsdebiteuren is een voorziening wegens oninbaarheid opgenomen van € 8.790 (2022: € 7.044). Het grootste gedeelte van de daling in de handelsdebiteuren wordt veroorzaakt door incidenteel hoge posities in 2022.
Ultimo 2023 zijn onder de handelsdebiteuren vorderingen op verbonden partijen opgenomen van € 97 (2022: € 41), hiervoor is geen voorziening wegens oninbaarheid opgenomen (conform 2022).
De vorderingen op nabetalingen betreffen vorderingen op ondernemers inzake nabetalingsregelingen die het komende jaar worden ontvangen. Voor de jaren daarna kan geen betrouwbare inschatting worden gemaakt van de ontvangsten en is uit dien hoofde geen vordering opgenomen (zie noot 24).
De voorfinanciering voor onroerend goed heeft betrekking op onroerend goed dat per jaareinde in ontwikkeling is en wordt afgewikkeld bij afronding van het project.
De overlopende activa betreffen onder andere vooruitbetaalde kosten, vorderingen op personeel, overige vorderingen en overlopende activa. De toename ten opzichte van voorgaand jaar ziet toe op huurbetalingen die zijn gedaan voorafgaand aan de gebruiksperiode van het nieuwe distributiecentrum in Nieuwegein en het aandeel van ondernemers inzake spaaracties.
Waarderingsgrondslagen
De handelsdebiteuren en overige vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde. Deze kortlopende vorderingen worden vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Dit is meestal gelijk aan de nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte waardeverminderingen voor het risico van oninbaarheid zoals toegelicht in noot 25.